Tolken in het Sophia Kinderziekenhuis

‘Een taalbarrière laat zorgen bestaan die we weg kunnen nemen’

 

 

Tolken in het Sophia Kinderziekenhuis

Het is de grootste nachtmerrie van iedere ouder. Je kind wordt opgenomen in het ziekenhuis. Wanneer er dan ook nog eens een taal- en/of cultuurbarrière is, maakt dat de situatie extra zorgelijk. Je begrijpt de artsen en verpleegkundige niet goed en weet niet waar je aan toe bent. Gelukkig kunnen tolken die barrières doorbreken. 

Anne Heijboer en Jolanda van der Velden van het Sophia Kinderziekenhuis onderstrepen het belang van tolken in het ziekenhuis. Ze zijn beiden werkzaam in het Kinderthoraxcentrum van het Erasmus MC en werken dagelijks met anderstalige patiënten en hun ouders. “Tolken zijn onmisbaar in het ziekenhuis”, zeggen zij eensgezind. 

Van handen en voeten naar tolken en apps

Jolanda heeft jaren ervaring als verpleegkundige specialist en kan zich nog herinneren hoe de communicatie met anderstaligen vroeger verliep. “Toen deden we alles met handen en voeten. Het inschakelen van een tolk was niet vanzelfsprekend en eenvoudig als dat het nu is en er was ook geen mobiele telefoon, laat staan vertaalapps. Zelfs de meest eenvoudige communicatie was lastig. Nu is dat anders. Voor laagdrempelige communicatie is het makkelijk om je telefoon erbij te pakken en apps als Google Translate te gebruiken. Voor zorgspecifieke communicatie volstaat dat niet, dan is een tolk noodzakelijk. Via apps krijg je soms de meest vreemde vertalingen en je wil natuurlijk geen misverstanden als het gaat om zorg.” 

Tolkgesprekken

Jolanda heeft inmiddels veel gesprekken gevoerd met behulp van tolken en is daar over het algemeen tevreden over. “Het geeft voldoening als je iemand met behulp van een tolk kunt helpen en als diegene je daardoor echt begrijpt. Ouders van patiënten reageren vaak heel dankbaar. Ze bedanken ook specifiek de tolk voor het vertalen. Dat vind ik mooi om te zien, je ziet dat mensen echt geholpen zijn.” 

En dat is waar het uiteindelijk om draait; mensen helpen. “In de zorg wil je alles goed doen”, vult Anne aan. “Wij zijn heel patiënt en oudergericht, het voelt niet goed wanneer we iets doen waarbij we niet goed hebben kunnen uitleggen wat we doen en waarom. Wanneer we dat zouden doen, maken ouders zich veel meer zorgen dan nodig.” 

Cultuursensitief werken

Anne noemt een voorbeeld uit haar carrière. “Ik moest bloed prikken bij een kindje. Een simpele handeling, maar de moeder reageerde heel heftig en begon hard te huilen. Ik vroeg me op dat moment af waarom ze zo reageerde. Daarom heb ik de tolkentelefoon gebeld. Ik wilde achterhalen wat er aan de hand was. De tolk vertelde mij dat de vrouw uit een bepaalde stam in Afrika kwam waarbij ze geloven dat het bloed niet terugvloeit. Het kindje moest geopereerd worden en zij had de angst dat haar kind daar niet meer genoeg bloed voor had. Heel heftig dus, maar ik had geen idee en ik had dat ook nooit kunnen weten. Gelukkig kon de tolk de juiste context bieden en begreep ik de reactie.” 

Die situatie zette Anne aan het denken. Ze ging zich verdiepen in cultuursensitief werken. “Uiteindelijk wil ik het goede voor ieder mens doen. En ieder mens heeft recht op optimale zorg en communicatie. Daarom vind ik cultuursensitief werken zo interessant en belangrijk. We zetten daarin al stappen, maar ik denk dat we nog veel kunnen leren en het nog beter kan. Dat is ook één van de redenen dat ik onlangs het initiatief heb genomen tot de week van de cultuursensitieve zorg op onze afdeling waarin we uitgebreid hebben stilgestaan bij cultuurverschillen en taalbarrières.” 

Taalbarrière wegnemen

Door regelmatig tolken in te schakelen, nemen de artsen en verpleegkundigen in het Sophia Kinderziekenhuis veel taalbarrières weg. Maar het kan altijd beter. “Ik heb nog altijd het idee dat we anderstaligen soms tekortdoen. Ze krijgen in veel gevallen toch minder informatie dan Nederlandse ouders, omdat we simpelweg niet binnen kunnen wandelen en het gesprek aan kunnen gaan. Dat is niet oké. We zouden ook best vaker en sneller een tolk kunnen inschakelen. De taalbarrière laat namelijk zorgen bestaan die we weg kunnen nemen”, zegt Jolanda. 

De grote droom van Anne en Jolanda is een cultuurcentrum in het ziekenhuis waar dag en nacht tolken aanwezig zijn die ze direct in kunnen schakelen. “Veel collega’s zijn zich gelukkig bewust van het feit dat ze een tolk kunnen inschakelen, maar er wordt ook wel eens niet aan gedacht. Dat blijft jammer. Hoe mooi zou het zijn als hier altijd tolken aanwezig zijn, dan wordt het pas echt top of mind.” 

Werken met een tolk

Zowel Anne als Jolanda werken graag met tolken. Al is het altijd even schakelen. “Het is anders dan een regulier gesprek. Soms is het zoeken naar hoeveel informatie je in één zin moet stoppen, omdat de tolk de kans moet krijgen het goed te vertalen. Geduld en goede voorbereiding zijn key in gesprekken met een tolk. Het duurt natuurlijk dubbel zo lang, omdat alles moet worden vertaald en je wil alle informatie zo goed en duidelijk mogelijk overbrengen.” 

Werken met tolken in een ziekenhuis en zeker een kinderziekenhuis geeft voor artsen, verpleegkundigen, tolken en ouders veel voldoening, maar kan ook veel impact maken. Dat merkte Jolanda eens tijdens een slechtnieuwsgesprek met anderstalige ouders en een tolk. “De tolk moest op dat moment het slechte nieuws overbrengen op de ouders van de patiënt. Heel heftig. Na het gesprek merkte ik dat de tolk geraakt was. Dat vond ik mooi om te zien. Een tolk is natuurlijk neutraal en moet zonder emotie handelen, maar in dit geval vond ik de menselijke reactie heel normaal. Dit soort gesprekken zijn geen dagelijkse kost voor een tolk en het geeft aan hoe impactvol het werk kan zijn.”  

Weg met die taal- en cultuurbarrières

Anne en Jolanda creëren zoveel mogelijk bewustwording rondom cultuursensitief werken, maar als het aan hen ligt kan het niet vaak genoeg benadrukt worden. “We leven in een land met zoveel culturen. Daarin heeft iedereen het recht op goede zorg en moet iedereen kunnen begrijpen en begrepen kunnen worden. Daar maken wij ons hard voor. Of het realistisch is, dat weten we niet. Maar we blijven strijden voor een ziekenhuis waar taal- en cultuurbarrières niet meer bestaan!”