KempenPlus: Trainer en tolk samen voor Training TalentPlus

 

In het verleden heeft Khaled in Koerdistan gewerkt als leraar voor jonge kinderen in de bergen. “Daarom vind ik het tolken voor een klas zo ontzettend fijn. Ik snap hun cultuur, begrijp wat ze hebben meegemaakt en wat de valkuilen zijn.”

Khaled Mustafa, tolk Arabisch

Vanuit de nieuwe Wet Inburgering zijn gemeenten in Nederland verplicht om hun nieuwkomers met status direct te laten inburgeren en te begeleiden naar participatie. Hoe pak je dat als gemeente aan? Zeker als de nieuwkomers bijna geen woord Nederlands spreken?

KempenPlus, het participatiebedrijf van de Kempengemeenten heeft daar wat op gevonden. Ze ontwikkelde de training TalentPlus met elementen uit de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP), voor nieuwkomers. Ze stelden een groep samen van deelnemers met dezelfde moedertaal, zette er een doorgewinterde trainer op met groot geduld en een tolk Arabisch – Nederlands met ruime ervaring en cultuurkennis van juist deze doelgroep. Het resultaat: er kon direct gestart worden met de training zonder taalbarrière.

Laten we hen even voorstellen:

De trainer

Ben van Bokhoven is Trainer& Werk- en participatiecoach van KempenPlus. Hij traint en begeleidt nieuwkomers richting participatie en integratie. KempenPlus heeft de training TalentPlus ontwikkeld waarmee ze de nieuwe anderstalige inwoners van de Kempengemeenten stap voor stap helpen met hun integratie in Nederland.

De tolk

Khaled Mustafa is ruim 20 jaar tolk Arabisch (inclusief verschillende dialecten) en Koerdisch Sorani voor Global Talk. Hij is 63 jaar geleden geboren in Irak in de stad Kirkuk daar heeft hij verschillende scholen en studies doorlopen. Via een grote omweg kwam hij in Nederland en is nooit meer weggegaan. Hij is gehuwd vader van vijf kinderen en woont in Eindhoven.

Cursisten

Alle deelnemers spreken Arabisch en verstaan geen tot weinig Nederlands. Een kwart zijn vrouwen en de rest mannen die uit Syrië, Jemen en Jordanië komen. Allemaal hebben ze een verblijfsvergunning gekregen en zijn verplicht om de training te volgen en af te ronden. De één met frisse tegenzin een ander met angst voor het onbekende en weer een ander met een positieve houding. Maar hoe verloopt nou zo’n les? Een impressie:

Een kijkje in de klas

De lesmappen liggen keurig klaar in het lokaal. Koffie en thee in kannen en een uitgestoken hand van trainer Ben en tolk Khaled. Het is behaaglijk warm binnen. Twee vrouwelijke deelnemers zitten al klaar en praten druk met elkaar. Ondanks de warmte houden ze hun jas aan. De andere deelnemers druppelen binnen, de les kan beginnen.

Het eerste half uur wordt ruim aandacht besteed aan de aardbevingen in Turkije en Syrië. Iedereen komt aan het woord, de één kritisch de ander met verdriet, ongeloof en verwarring. Khaled de tolk is vanaf minuut 1 begonnen met tolken. Hier en daar samenvattend, zeker als er veel herhalingen zijn. Dan weer heel precies als het een Arabisch spreekwoord betreft met de uitleg als bonus. Moeiteloos navigeert hij door de gesprekken. “Alle tijd, geen haast, zeg maar wat je wil zeggen”, straalt hij uit.

Non-stop tolken

In het verleden heeft Khaled in Koerdistan gewerkt als leraar voor jonge kinderen in de bergen. “Daarom vind ik het tolken voor een klas zo ontzettend fijn. Ik snap hun cultuur, begrijp wat ze hebben meegemaakt en wat de valkuilen zijn. Ik krijg ook tijdens de pauze veel vragen over de gemeenten, uitkeringen en instanties. Dat is dan best veel. Ik ben namelijk 3,5 uur non-stop aan het tolken wat veel concentratie vereist. Ik zeg dan altijd beleefd dat ik echt even 15 minuten rust nodig heb.”

De samenwerking tussen Ben en Khaled loopt als een goed geoliede machine. De één kan niet zonder de ander bij deze training.

Mopperen

Enkele nieuwkomers mopperen over de grote hoeveelheid aan werk en studie: “Nederlands leren én training én dan ook nog werken in het participatiebedrijf van KempenPlus.” Best veel als je het niet gewend bent. Ben: “Het is ook best veel wat erop hen afkomt bovenop wat ze allemaal al hebben meegemaakt.”

Bij andere deelnemers is er minder zin om mee te doen omdat ze al een goede opleiding en baan in hun thuisland hadden en daarmee nu aan de slag willen. Ben zegt: ”Ook dat snap ik maar je moet toch echt eerst de taal leren en het traject volgen. Anders kan je nergens aan de slag.”

‘Van broodbaan, naar droombaan’

In de klas zitten twee broers naast elkaar die sprekend op elkaar lijken. Beide zijn ze kapper. Hun droom is om zo snel mogelijk een kapperszaak openen in Nederland. Ze hebben ruime ervaring in het vak en zijn super ambitieus.  Aan alles doen ze mee maar het gaat hen niet snel genoeg. Hier geldt hetzelfde: Eerst de taal leren, werkritme opbouwen en training afronden.

Dit elke keer met geduld herhalen, motiveren, uitleggen en weer opnieuw. Net zolang totdat het kwartje valt en de nieuwkomers met succes het traject hebben afgelegd.

Ben: “Daarna laten we ze niet los en kijken hoe we ze het beste op weg kunnen helpen naar hun droombaan. Eerst een broodbaan (waar je geld mee verdient) en daarna je droombaan.”

De ervaring voor de broodbaan wordt vaak opgedaan in het participatiebedrijf van KempenPlus. Deelnemers hebben de keus om te werken in de facilitaire dienstverlening, buiten in het groen of in de productie. Als het kan mag een cursist ook ervaring opdoen bij een extern bedrijf of organisatie zoals een Kringloopwinkel. Belangrijk is dat de cursist daar goed begeleid wordt zodat de taal- en werknemersvaardigheden, in praktijk worden gebracht.

Waar zijn de vrouwen?

In de klas zitten voornamelijk mannen. Zijn er misschien minder vrouwen? Khaled: “Vanuit de Arabische cultuur zijn veel vrouwen niet gewend om buitenshuis te werken. Wel in en rondom het huis maar niet voor geld. De man gaat naar zijn werk en de vrouw blijft thuis bij de kinderen. Als ze dan in Nederland komen is het erg wennen als ze zelfstandig naar school moeten, de taal leren en werkritme buitenhuis opbouwen.”

Ben vult aan: “Ik merk dat met name de wat oudere vrouwen deze verplichtingen wel erg veel en soms helaas ook onzinnig vinden: ‘laat mij maar thuis voor de kinderen en het huishouden zorgen’. Dat botst soms met onze Nederlandse cultuur waarin we vinden dat zowel mannen als vrouwen, ten aanzien van werk, volop deel moeten nemen aan de maatschappij.”

Groei en een lach

Er is ook een groep nieuwkomers die nooit helemaal de taal goed kan leren en tevreden is met het werk bij KempenPlus. En dat is prima. Voor iedere nieuwkomer wordt een persoonlijk traject uitgestippeld met de mogelijkheden en talenten die er zijn.

Khaled: “Dit werk met de groep doe ik het allerliefste omdat je de mensen langzaam ziet groeien.” Ben vult aan: “Ze maken nu ook al grapjes met elkaar en er wordt veel gelachen. Het is een hardwerkende groep die steeds hechter wordt en wat voor elkaar heeft. Kijk, daar doen we het allemaal voor.”

 

*KempenPlus is het participatiebedrijf van de Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden. Ook wordt bepaalde dienstverlening uitgevoerd voor de inwoners van de gemeente Oirschot. Ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet, (delen van) de Inburgeringswet en de Wet sociale werkvoorziening in de aangesloten gemeenten.

*Om te voldoen aan de inburgeringsplicht, moeten inburgeringsplichtigen de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) succesvol afronden. De MAP (voorheen ONA) is een onderdeel van het persoonlijk Plan Integratie en Participatie (PIP). Je maakt kennis met en bereid je voor op deelname aan de Nederlandse arbeidsmarkt.

  •  Werk je ook dagelijks met tolken? Vraag ze dan online aan.

Online aanvragen? Zo doe je dat